Vangelis Hatziyannidis, Out of the catalogue – Netherlands Institute Athens , 2011
…Then  there are the figures, Anarchic, undefined, but with a sweet roundedness, as  if they had been poured into a bronze cast. They float, they wirl, they remain enigmatic —  enigmatic but not incomprehensible. This is the work of Hans Giesen. It gives hints and encourages the viewer’s imagination to fill in the blanks. …  Read more

J. Bernlef, Uit de losse pols. Essay bundle over art and music. Publisher Querido 1998. Nominated for the Generale Bank Literature prize 1998

Jacq Firmin Vogelaar,  
Uit het oog/Beeldverhalen
Collection of essays and reflections on visual arts, literature, film and photography. 
Publisher De Bezige Bij 1997

Wiel Kusters, 1986 ,
Voor Hans Giesen
Day after day as layer upon layer                                                                                          your hand paints itself a year                                                                                                of years, steadily accumulating                                                                                              today

De Volkskrant, Oct. 1992Paul Depondt:
Giesen with his paintings as if struck down blind by blindness. A stab at something unknown.”

J. Bernlef. Out of the exhibition catalogue – Jaski Art Gallery, 1992.
In de film ‘Materie, de invloed van het licht’ zien we Hans Giesen aan het werk. Rustig bereidt hij zich voor, knijpt tubes leeg, mengt, kiest zijn penselen. En dan, opeens, gaat hij tot de aanval over. Er is geen ander woord voor. In een paar bliksemsnelle vegen zet hij wat tekens op het doek, poetst wat met een lap door de verf, neemt afstand, verlengt dan een van de net neergezette verfstreken. In de film zegt Giesen dat zo’n krachtig, zelfverzekerd begin voor hem tot de gelukkigste momenten van het schilderen behoort. Maar wat gebéurt er precies op dat moment? Steeds weer bekeek ik het begin van de film. Alsof hij het doek besprong. Dit was niet het oog of het oog en de hand samen, die na ampele overwegingen iets uitvoerden op een doek, dit was een moment waarop de schilder zijn eigen hand leek te overspelen en, even als met blindheid geslagen, een gooi naar iets onbekends deed. Read more

Kathimerini, September 1989, Athens:
“A personal form of expressionism with the all important subject the observation of human relationships and way of beeing”                                                                        “Een persoonlijk expressionistische uitdrukkingsvorm met als belangrijkste onderwerp de observatie van menselijke betrekkingen en omgang”.

Kunstbeeld, August 7, 1993, Frans Duister:
“Een schilderij van Hans Giesen leeft heel snel en tegelijk heel langzaam. Het schilderij staat op zichzelf. Er is iets in gevangen genomen dat wil ontsnappen en er ontsnapt bij nadere beschouwing veel dat aanvankelijk zich liet vangen.
Zo men in het kort al zou kunnen samenvatten wat de betekenis van Giesen’s schilderen is, dan moet men volstaan met enkele pogingen tot benadering. De botsingen in zijn schilderijen zijn niet alleen confrontaties tussen verschillende motieven, gestalten en situaties, het zijn ook ontmoetingen tussen onmogelijke zaken, waarbij plaats, tijd en handeling door elkaar lopen, alsof zij zich onttrekken aan de wetten van het klassieke drama. Read more

Doris Wintgens Hötte. (Art critic and curator of museum ‘De Lakenhal’ te Leiden)
Uit catalogus ‘Ontmoetingen’. Expositie Landesmusem Oldenburg, 1988.
De nogal heftige penseelstreek van Giesen …….doet al snel vermoeden dat wij hier te maken hebben met een rasechte expressionist. Dit is naar mijn mening toch niet het geval. Althans niet met een vertegenwoordiger van het expressionisme zoals dat in de twintigste eeuw tot een historische beweging is uitgegroeid. Veeleer zou ik hem in de traditie willen plaatsen van de “vaders’ van het historische expressionisme, namelijk in de traditie van Goya en El Greco. En vervolgens verder denkend over deze expressionistische traditie komen namen als William Blake, Edvard Munch, Carlos Saura en Francis Bacon naar voren. Read more

Pieter Defesche, Het Limburgs Dagblad , June 1996,
Het hoeft dus niet te verbazen als de leefwereld van Giesen nu minder dan aanvankelijk wordt bepaald door het complexe maatschappijbeeld van de randstedelijke grootstad en meer door het eenvoudige van olijvenkwekers op een eiland daar ver vandaan – met zijn kleine drama’s in huizen tussen bergen en stranden met ‘gele stenen’, zoals er een op de uitnodigingskaart is afgebeeld, andermaal als voor een toneelstukje, ditmaal voor plattelandstheater.
Het heeft meesterlijke doeken opgeleverd als ‘ Herinneringen aan vergeten land IV’ dat een wonder is van compositie en met een sfeer die misschien getoverd is door een soort fee in een wolk van stippen.
een wonder van compositie
magistraal.

Jacq Firmin Vogelaar, Scheve ogen. Uit catalogus ‘Ontmoetingen’Expositie Landesmusem Oldenburg, 1988.
Het is opvallend hoe vaak gezichten, zelfs en face, maar één oog hebben, en dat nog scheef. Waar is het andere? Alsof het gezicht tegelijk naar zichzelf kijkt en daarom het oog buiten beeld is. Niet alleen zijn de ogen in Giesen’ s schilderijen zelf scheef, meestal kijken ze nog een schuins weg. Zo in het schilderij ‘Overpeinzingen aan de rand van de nacht’, een drieluik ook door zijn ongebruikelijke afbrekingen verscherpt Giesen de breuken in zijn schilderijen – waarin links een rode hoofdloze man zich parmantig in zijn naaktheid te zien geeft en rechts de zittende figuur niet alleen haar hoofd afwendt maar ook nog eens haar blik schuin naar de grond richt. Zij kijkt weg – en de kijker ziet wat dat zij niet wil zien. Ook in Het gesprek in de nacht uit 1987 zijn man en vrouw door een wit vlak gescheiden, de rode man kijkt, de blauwe vrouw keert zich van hem af. Read more